Het gaat hier over stemcomputers.

zaterdag 28 april 2007

Inleiding bij een verweesd dossier

Inleiding


Het vertrouwen in de overheid, in het bijzonder haar instituties en de relatie met de burgers is niet meer vanzelfsprekend. Het wegebben van die vanzelfsprekendheid komt voort uit onduidelijkheid en onzekerheid van wat overheid en burger van elkaar verwachten.


Bij één van de meest vitale kernprocessen van onze democratie, vrije en geheime verkiezingen voor de onderscheiden volksvertegenwoordigingen, is wel sprake van een groot vertrouwen van de burger voor het overheidshandelen. Groot vertrouwen in de overheden, haar medewerkers en de duizenden vrijwilligers, die als leden van de stembureaus zorgdragen voor een ordelijk verloop van de verkiezingen. Groot vertrouwen in de stemtechnieken, of dat nu de klassieke stembiljetten en potloden zijn of stemmachines1.
Er is geen twijfel geweest over de geldigheid van de verkiezingen. Er is ook geen twijfel gerezen over de betrouwbaarheid van de uitslag van verkiezingen. Het vertrouwen is niet afgenomen nu de betrouwbaarheid van de stemmachines het afgelopen jaar voorwerp van maatschappelijk en politiek debat is geworden.

Juist vanuit het vertrouwen in het verkiezingsproces kan er met open blik worden gekeken naar de wijze waarop de besluitvorming over onze meest gebruikte stemtechniek, de stemmachines, is verlopen.

Alles is mensenwerk, tot aan het ontwerpen van de software voor de uitslagberekening aan toe. En waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Het is wel de taak van de overheid om het verkiezingsproces – en de positie van de stemmachines daarin - met zodanige waarborgen
te omkleden dat de kans op fouten geminimaliseerd wordt, zeker nu er nog maar zeer weinig gemeenten zijn die uit vrije wil het stembiljet en het potlood gebruiken.

Het rapport van de Commissie Besluitvorming Stemmachines omvat een beschrijving van de wijze waarop bewindspersonen, adviescollege en andere betrokken partijen het onderwerp hebben benaderd.2 Daarbij is ook betrokken dat de Kieswet in de voorschriften een decentraal karakter draagt.

Het rapport beziet het onderwerp vanuit een politiek-bestuurlijke oog en ziet minder op de technische werking van de stemmachines. Het beschrijft chronologisch de politieke ontwikkelingen ten aanzien van stemmachines, destilleert daaruit een aantal conclusies over de handelwijze van de betrokken partijen en doet aanbevelingen voor de toekomst.


Het is het verhaal van een overzichtelijke ambtelijke taak, die van tijd tot tijd in het politieke domein terecht komt. Die in dat politieke domein niet de inhoudelijke aandacht krijgt die het verdient en veelal procesmatig wordt behandeld. En dan even snel weer uit het politieke domein verdwijnt, tot zich weer een aanleiding voordoet, zoals een internationale ontwikkeling,
nieuwe beleidsdesiderata of de technologische vooruitgang.


Het is het verhaal van een verweesd dossier, dat om politieke sturing en aandacht vraagt.

Commissie Besluitvorming Stemmachines


LEDEN

L.M.L.H.A. Hermans

M.J.W. van Twist

SECRETARISSEN

H.G.M. Cornelissen

M. Schulz



1 Centraal Bureau voor de Statistiek, Nationaal Kiezersonderzoek, 27 februari 2007

2 TK 2006-2007, 30 800 VII, nr. 40 Overeenkomstig de toezegging van de toenmalige Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties in een algemeen overleg (8 februari 2007) met de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft het rapport de besluitvorming tot en met de verkiezingen voor de leden van de Provinciale Staten van 7 maart
2007 beschreven.

Geen opmerkingen: